Dit is hoe een aankondiging van het "Museum van de Maan" op internet begint.
Met deze zin, die verwijst naar een tentoonstelling in Bolton Abbey in Engeland, waar het gaat over een tentoonstelling in Liebfrauen-Überwasser, kunnen we het alleen maar eens zijn:
We zijn erg blij dat we Luke Jerram's Moon hier in het centrum van de City Advent van dit jaar kunnen presenteren en bekijken. Dat we de maan kunnen zien zoals we hem nog nooit eerder hebben gezien, in de woorden van de Engelse kunstenaar Jerram.
De maan heeft een diameter van zeven meter en bevat gedetailleerde NASA-afbeeldingen van 120 dpi van het maanoppervlak. Op een schaal van ongeveer 1:500.000 vertegenwoordigt elke centimeter van de intern verlichte bolvormige sculptuur 5 km van het maanoppervlak. Het wordt aangevuld met een surround sound-compositie van Dan Jones.
De maan in haar bestaan, in haar opkomst en ondergang, heeft altijd gefascineerd. Het is het hemellichaam dat de as van onze aarde stabiliseert en zo zorgt voor een evenwichtig, levenvriendelijk klimaat, dat ons licht geeft door het licht van de zon die al voor ons ondergegaan is, terug te reflecteren en zijn heldere licht om te zetten in een mild, vriendelijk licht. Op een zachte manier, vaak verborgen achter wolken, bepaalt het ons leven op aarde. Zonder hem zou dit aardse leven niet bestaan.
En waarom deze installatie in Advent?
In de Duitse taal en dus ook in kerkliederen worden de maan en het maanlicht geassocieerd met een gevoel van veiligheid. In de avondvrede en in het zachte licht van de maanverlichte nacht vermoeden we dat er zoiets als goede krachten zou kunnen bestaan, hoe we ze ook noemen. Voor christenen wijst dit op degene die ons leven op verborgen manieren beheerst.
Wij zijn al wonderbaarlijk veilig in HEM. Uiteindelijk zal ZIJN licht en ZIJN verlossing voor alle mensen zichtbaar worden. Op deze manier kan de maan, in haar zachtheid en betrouwbaarheid, een indicatie worden van de hoop die ADVENT bepaalt.
Bij City Advent horen ook plekken waar lichtjes kunnen worden ontstoken als teken van dank, voorbede en hoop. Als Christus terugkeert, zal alles goed komen. Christus, zoals onze installatie hem boven de offerkaarsen toont, draagt nog steeds de stigmata en de sporen van de dood, maar lijkt nu al naar de hemel te streven. Hij heeft zichzelf losgemaakt van het kruis en staat op. Volgens het christelijk geloof is deze opkomst, deze wederopstanding een kosmische gebeurtenis, iets dat alles heeft veranderd en voor altijd zal veranderen.
Bij de ingang van de kerk wordt een film geprojecteerd die spirituele inspiratie moet bieden voor de installatie. De ramen zijn bedekt met grote spandoeken. Enerzijds ontstaat hierdoor een schemerlicht waarin de maan haar licht kan uitstralen. Op elk van de zeven spandoeken is een vers uit het lied “The moon has risen” van Matthias Claudius gedrukt, aangevuld met thematisch passende foto’s. Dit lied, van katholieke lofprijzing tot God en protestants gezangboek, weerspiegelt een lange geschiedenis van christelijke vroomheid, die het menselijk leven weerspiegelt, zijn behoeften en hoop in het zicht van de maan. Naast de esthetische en wetenschappelijke benadering wordt hier een religieuze benadering mogelijk gemaakt. KH
Wie ist die Welt so stille
und in der Dämmrung Hülle
so traulich und so hold
als eine stille Kammer,
wo ihr des Tages Jammer
verschlafen und vergessen sollt.
Seht ihr den Mond dort stehen?
Er ist nur halb zu sehen
und ist doch rund und schön.
So sind wohl manche Sachen,
die wir getrost belachen,
weil unsre Augen sie nicht sehn.
Wir stolze Menschenkinder
sind eitel arme Sünder
und wissen gar nicht viel;
wir spinnen Luftgespinste
und suchen viele Künste
und kommen weiter von dem Ziel.
Gott, laß dein Heil uns schauen,
auf nichts Vergänglichs bauen,
nicht Eitelkeit uns freun;
laß uns einfältig werden
und vor dir hier auf Erden
wie Kinder fromm und fröhlich sein.
Wollst endlich sonder Grämen
aus dieser Welt uns nehmen
durch einen sanften Tod;
und wenn du uns genommen,
laß uns in Himmel kommen,
du unser Herr und unser Gott.
So legt euch denn, ihr Brüder,
in Gottes Namen nieder;
kalt ist der Abendhauch.
Verschon uns, Gott, mit Strafen
und lass uns ruhig schlafen
und unsern kranken Nachbar auch.
Der Mond ist aufgegangen,
die goldnen Sternlein prangen
am Himmel hell und klar;
der Wald steht schwarz und schweiget,
und aus den Wiesen steiget
der weiße Nebel wunderbar.